Tijdens het douchen na het trainen hadden de jongens, beginnende pubers, de stoerste praat. Een jongen beweerde dat ik een stijve had. Ik ontkende maar had geen idee wat hij bedoelde. Een stijve wat? Mijn gereformeerde opvoeding leerde mij over god, gebod en verbod. Over een erectie wist ik niets. Dat ik het velletje van mijn piemel naar achteren moet doen tijdens het wassen vertelden ze mij nog wel. Toen mijn opa hoorde dat mijn oom datzelfde aan mijn neefje vertelde was hij kwaad. Zelfs daar mocht niet over gesproken worden.
De jongens hadden het over kapotjes. Daar had ik wel eens van gehoord. “Dat zijn die dingen die mensen met een bepaald geloof op hun hoofd dragen” zei ik. Ik was trots dat ik het wist. De andere jongens lachten mij uit. Ik begreep het niet. Een kapotje dragen mensen op hun hoofd. Ik wist het zeker.
Vanmiddag dacht ik er ineens aan. Ik zat het boek ‘Onvoltooid verleden’ van Hugo Claus te lezen. Op drie bladzijden voor het eind schrijft Claus:” Het is een Turk, met een gebreid kalotje op zijn achterhoofd.” Ah, het is een kalotje, toch weer iets geleerd door het lezen. Een kalotje.
Kapotje op het hoofd….. Bijna goed. Ik geef mijzelf met terugwerkende kracht: Een acht!
Alexsander Hesse 2019
Ook zonder kapotje prima te lezen:
Kastanjepoppetjes. Niet geschikt voor voodoo.
Feestje. Ze moeten heen anders komt er niemand.
58 zonder ui. Over pizza.
Inhoud.
0 reacties