Naast me in de kroeg zit een stelletje. Klagers zijn het. Ze moeten naar een feestje maar willen niet want het is geen feestje. De man die het feestje geeft verwacht veel mensen maar ze weten al dat als zij niet gaan er niemand komt. Dat kunnen ze nog maanden horen en om dat te voorkomen willen ze deze ene avond wel opofferen. Het moet dan maar.

Na de derde “nog eentje, dan gaan we echt.” gaat de telefoon van de man. Hij ziet dat het het feestvarken is. “We komen er aan.” hoor ik hem zeggen:” Je weet hoe vrouwen zijn, ze wil er perfect uitzien vanavond……… Dat grijze jurkje, die herken je wel…….. Ja, die had ze bij dat concert ook aan.” Als hij heeft opgehangen kijkt zijn vriendin hem boos aan. “Even thuis omkleden en dan kunnen we naar het feestje.” lacht de man:” Ik wacht hier wel.” “Doe mij er nog één!” roept hij naar de barjuffrouw terwijl zijn vriendin haar jas aantrekt. “Het is een vriend van haar, dan moet ze er ook maar iets voor over hebben.” vertrouwt hij ons toe. Ze is niet terug gekomen.

Alexsander Hesse 2018


Wat ook niet terug komt:
Pindakaas. Omdat het ook zonder pinda kan.
1968. Een kort gedicht over het jaar 1968.
Bang om geld te verdienen. De angst voor de straf die je krijgt als je zelf geld verdient.


0 reacties

Geef een antwoord

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.