Vanuit de Ebbingestraat loop ik richting het plantsoen. Ik word ingehaald door twee meiden. Ik schat ze een jaar of twintig, de air rolt ze makkelijk van de tong.
‘Maarten belde gisteren.’
‘Maarten?’
‘Ja, die jongen waar ik vrijdag ben blijven slapen.’
‘Ow, die.’
‘Mijn onderbroek en bh liggen nog bij hem.’
‘Serieus?’
‘Ja, ik heb snel mijn broek en trui aangetrokken, ik wilde weg.’
‘Serieus?’
‘Ja, snap je toch wel?’
‘Nou……’
‘Ik heb zelfs mijn sokken niet aan gedaan, die moeten er ook nog liggen.’
‘En nu dan?’
De dames gaan linksaf richting binnenstad. Ik moet rechtdoor.
Alexsander Hesse 2018
Ook lezenswaardig:
Cadeautje voor Barrie. Hij is er niet blij mee.
Griepspuit. Zijn arm is volledig ontspannen.
Een dame in een kort zwart jurkje. Niet duidelijk zichtbaar.
Gedichten
0 reacties