Links van mij zie ik de drafbaan, rechts de voetbalvelden van S.C. Stadspark. Voor mij loopt een stelletje. Hij heeft zijn rechterarm om haar schouder, zij heeft een appel in haar linkerhand. Ze gooit het klokhuis weg en pakt haar telefoon. De arm van de arme man wordt niet beantwoord.
Ik zie het monument voor Jan Evert Scholten, 11 juni 1849 – 7 sept. 1918. Ik reken uit dat de man 69 jaar oud is geworden maar weet niet waarom. Toch heb ik vaak de neiging om bij overledenen, hoe lang geleden ook, de bereikte leeftijd te berekenen. Ik loop het monument rechts voorbij.
Ik word ingehaald door een man helemaal in het zwart. Een jogger. Even later komt er van de overkant ook jogger, even denk ik dat het dezelfde is, ook helemaal in het zwart maar deze draagt een muts en heeft een ander hoofd.
Ik besluit over een grasveldje een stukje af te snijden maar kom voor de vijver te staan waar ik alsnog omheen loop. Het ijs is inmiddels verdwenen en er schijnt een aangenaam zonnetje maar zwemmen heb ik geen behoefte aan.
Langs het wokrestaurant loop ik richting drafbaan. Over mijn linkerschouder zie ik het monument voor Jan Evert Scholten. Voor het monument aan het hek zie ik een sleutel. Of het een eerbetoon aan Jan Evert Scholten is of een sleutel die iemand is verloren weet ik niet. Ik heb Jan Evert Scholten nooit gekend.
Alexsander Hesse 2019
Meer lezen:
Mannetje. Beeldje in het Noorderplantsoen.
Udo. De leraar Duits.
Dromen. Over trappen en werken.
Inhoud.
0 reacties