Gisteravond kon ik het niet laten. Na ruim een maand zonder alcohol had ik zin in een biertje. Een biertje betekent bij mij nog altijd dat ik nu, de ochtend erna spijt heb van de avond ervoor. Mijn hoofd bonkt, op de plee was de uitkomst licht en dun en ik heb het gevoel alsof ik moet kotsen maar er is nog niets uitgekomen. Ik kan mijn laatste keer kotsen niet eens herinneren, het moet jaren geleden zijn. Of zo bezopen dat ik het de volgende dag al niet meer wist.
Uit mijn laptop klinkt ‘Hey Mickey’ een liedje van The Riplets. “Hey Mickey, you’re so fine, you’re so fine you blow my mind. Hey Mickey.” Ik heb al twee halve liters water op, driekwart pot koffie en een vitaminepil. Toen ik nog rookte had ik die pillen ook wel eens maar ben ik er mee gestopt omdat het resultaat was dat ik bij het eerste trekje van een shagje over mijn nek ging. Ook als ik niet gezopen had.
Ik ben begonnen in het boekje ‘De zomer hou je ook niet tegen’ van Dimitri Verhulst, een boekenweekgeschenk dat ik voor 50 cent heb gekocht bij Mamamini. Mijn hoofd staat niet naar lezen maar mijn hoofd staat nergens naar op dit moment. Mijn buik staat naar poepen. Alweer poepen en dat ga ik doen ook.
Alexsander Hesse 2019
Meer lezen:
Huisgenoten. Bandjes kijken en de volgende dag een kater.
Op rekening zuipen. Niet vergeten om te betalen.
Witbier. Het is bier, wat kan er mis gaan?
Inhoud.
0 reacties