Nadat hij had besloten dat vaak bezopen niet de oplossing is besluit hij met vrienden de kroeg in te gaan. Binnen één cola zit hij aan het bier. Saai, ongezellig en soortgelijke opmerkingen krijgt hij naar zijn hoofd als hij geen alcohol gebruikt. In zijn onzekerheid geeft hij toe. Dan maar bier. Aan het eind van de avond lopen ze, slingeren ze, slepen ze zichzelf naar huis.
Zijn poging lukt slechts ten dele en hij wordt gewekt door een vroege wielrijder die het nodig vindt tegen hem te praten. Hoe laat het is weet hij niet en het interesseert hem ook niet, hij wil verder slapen. “Gaat het meneer?” hoort hij de man zeggen. Als hij opkijkt ziet hij de racefiets. Versuft en nog bevangen door de alcohol zwalkt hij verder. Een antwoord geeft hij niet. De eenzame fietser lijkt genoegen te nemen met de reactie.
Die middag schrikt hij wakker. Hij kijkt om zich heen en is thuis maar van wie is toch die hand die tegen zijn oor kriebelt? Hij durft niet te kijken. Denkt na over wie er de vorige avond waren en weet genoeg. Een van de reden om de drank te laten staan ligt naast hem. Niets meer aan te doen. Voorzichtig kijkt hij opzij. Niemand. Hij voelt aan de hand en merkt dan pas dat zijn eigen arm onder zijn hoofd ligt. De aderen afgeknepen waardoor er geen gevoel meer in de hand zit. Niemand die naast hem ligt. Gewoon alleen wakker geworden. Braaf geweest, denkt hij. Tot hij de volgende week de verhalen van zijn vrienden hoort. Hij gelooft er niets van. Dan maar bier.
Alexsander Hesse 2018
Ook met alcohol
Stappen zoals toen Was het vroeger echt beter?
Herkend. Maar nooit als zichzelf.
Bij het kampvuur. Gedicht.
Inhoud.
0 reacties