De vergadering was zo ver uitgelopen dat eten tussendoor de vergadering nog verder deed uitlopen. Als er iemand is die in het donker op zijn fiets stapt en er dan achter komt dat de fietslampjes nog thuis liggen ben ik het wel. Ik was het dan ook. Omdat de weg van vergadering naar weg met licht afgelegd dient te worden over een weg zonder licht besluit ik te gaan lopen. Als ik de bocht om ga zie ik echter het achterlampje van de fiets van één van de dames. Ik besluit mij fietsend op dat lampje te richten. Wat kan daar fout aan gaan?
Langs het weggetje staat geen enkele lantarenpaal dus het enige richtpunt is het achterlampje. Tot het moment dat het achterlampje plotseling verdwenen is. Er is geen zijweg dus ik ga er van uit dat de vrouw is gevallen en dat daardoor het lampje kapot is gegaan. Ik wil helpen maar ik zie niets en zelf op mijn gezicht eindigen heeft ook geen nut. Voorzichtig stap ik van mijn fiets. De weg waarvan ik verwacht dat hij verhard is blijkt onverhard. Ik sta in het gras. Als ik bijna tegen een boom loop hoor ik links van mij een scheldende vrouwenstem. Ik plaats mijn fiets tegen de boom en pak mijn aansteker, die inmiddels vijf jaar meegaat, en met het beetje licht dat het geeft ontdek ik de vrouw.
De vrouw is door het gebrekkige licht niet op de verharde weg blijven fietsen maar de onverharde sloot ingereden. Ik vraag of het gaat maar ze heeft moeite om uit de sloot te komen. Ze reikt mij haar tas, die ik rechts van de boom neerzet. Ook mijn fiets verplaats ik omdat mijn aanstekerlicht mij verraad dat de afstand tussen mijn fiets en de sloot niet erg groot is.
De vrouw in de sloot is inmiddels aan het worstelen met haar fiets. Met grote moeite krijgt ze de voorband richting wankelende man op het droge. Ik pak de voorband vast terwijl ik in mijn andere hand nog altijd de aansteker heb. Het lukt mij wonderwel om het wiel met daaraan de rest van de fiets op het droge te deponeren. Na de vrouw op het droge geholpen te hebben onderwerpt zij zichzelf aan een korte inspectie. Ze concludeert dat haar rechter voet onder de blubber zit. Open schoenen, eigen schuld.
Ik stop mijn inmiddels vijf jaar trouwe dienst bewijzende aansteker in de daarvoor gemaakte broekzak. Ik gebruik hem bijna nooit meer sinds ik ben gestopt met roken. Dan fiets ik een stukje samen met de vrouw tot zij rechtsaf moet en ik links. Iets dat probleemloos kan omdat ik links fiets en zij rechts. Mijn fietslampjes liggen thuis op tafel.
Alexsander Hesse 2019
Met droge voeten:
Haar naam intoetsen in Google. Niet doen.
Richting het plantsoen. Haar kleren liggen nog bij hem.
Dom kakwijf! Ik kon mijn mond niet houden.
Gedichten.
0 reacties